Extra parlementair nu, adviezen bij de petitie

Aan: De Tweede Kamer
t.a.v. Bureau Woordvoering Kabinetsformatie
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Geachte heer Putters,

Al bijna twintig jaar verdedig ik een extra-parlementaire regering, hoewel niet altijd onder die naam. In opiniestukken, op de radio en in relevante gremia. Op de blog laatbestuurdersbesturen.rustema.nl documenteer ik dit grotendeels.

Daarmee is mij duidelijk geworden dat de beschrijvingen en analyses door experts van wat bestaat en gedaan is alleen het kader geeft waarbinnen onze volksvertegenwoordigers moeten handelen om vorm te geven aan de toekomst. Maar er is geen routekaart, die weg naar de toekomst stippelen we daarna uit. Wij hier in Nederland zijn daar door toevallige omstandigheden wereldwijd gezien het beste toe in staat. Nu, in deze weken kan dat beginnen. Dit is een scharniermoment.

Overdag ben ik de oprichter en eindredacteur van de website petities.nl sinds 2005. Deze site is een consequentie van mijn denken over een extraparlementair bestuur. Het dient als de – neutrale – ondersteuning van parlementaire politiek vanuit burgers. Dit is de populairste politieke website van het land, met miljoenen bezoekers. Ik doe er de eindredactie van tot nu toe ongeveer 15.000 petities van burgers die samen ongeveer 19 miljoen ondertekeningen registreerden. 

Aanvankelijk werkte ik ruim een decennium als docent op de universiteit, maar ik deed er geen onderzoek, ik maakte studenten enthousiast over het potentieel van internet (ik pionier zelf al sinds 1991) en de kennis paste ik ondertussen toe op petities.nl. De afgelopen acht jaar werk ik volledig aan petities.nl. Want behalve analyseren wil ik namelijk ook graag ideeën uitwerken, zoals deze site. Wat daar binnenkomt is inspiratie voor mijn ‘out of the box’-ideeën.

Een politicoloog die ik bevroeg over de potentie van een extra-parlementaire regering gaf toe:

Wij analyseren en bekritiseren machtsverdeling zoals het bestond en bestaat, hier en elders in de wereld. Maar we geven geen recepten of adviezen. Vanuit onze praktijk kunnen we dat per definitie niet. Als individu en burger kan ik wel een mening geven, maar die van de gekozen volksvertegenwoordigers is veel belangrijker want zij geven gaandeweg vorm aan de praktijk.

Binnenkort overhandig ik de Kamerleden een petitie ‘extraparlementair nu‘ waarmee ik ze er graag op wil wijzen dat de vorm van de volgende regering een uniek en historisch ‘founding fathers’-moment’ kan worden. Hoewel er geen nieuw bestel opgetuigd hoeft te worden is dit het moment om machtsverdeling voor de toekomst te bepalen, als verdere uitwerking en actualisering van het grondwerk van Thorbecke. Niet alleen een tussenvorm omdat het gebruikelijke formatie nu niet lukt. Dit is de toekomst. Dit is de vorm voor een andere bestuurscultuur.

Na de ontvangst van alle reacties op mijn pleidooi heb ik mijn voorstel steeds verder aangescherpt. Doe er uw voordeel mee:

  • Het is geen ‘tussenvorm’ maar de nieuwe vorm voor de toekomst. We moeten hierin investeren omdat het langdurige formaties bespaart; er zijn continu mini-formaties op onderwerpen gaande.
  • Het is niet een vraag of een partij nog wel enkele bewindslieden mag leveren, het is cruciaal dat alle bewindslieden via een procedure buiten de partijen om worden geworven en geselecteerd, geen partij mag nog ‘eigen’ mensen in de regering hebben.
  • Daarbij is het evengoed cruciaal dat geen enkele partij een minister-president levert, dat de rol weer kleiner wordt gemaakt tot voorzitter van de ministerraad, bijvoorbeeld door het voorzitterschap te laten rouleren. Het gezicht van Nederland in het buitenland is dan voornamelijk de minister van Buitenlandse Zaken.
  • Er zullen bewindslieden ongeschikt blijken of zelf vertrekken. Omdat ze niet van een partij zijn kunnen die vervangen worden zonder dat de regering valt, er nieuwe verkiezingen en een nieuwe regering nodig is.
  • Bewindslieden gaan door totdat de Tweede Kamer het tijd vindt voor een vervanger. Een door verkiezingen veranderde Tweede Kamer krijgt vanaf dag 1 een functionerende en missionaire regering voor zich. De missie wordt gaandeweg aangepast in debat met de plenaire Kamer.
  • Voor de werving van bewindslieden stelt de Tweede Kamer vacatures op, maar verwacht vooral veel van ‘voorgedragen’ kandidaten. Omdat er een ‘afbreukrisico’ is kunnen veel geschikte personen niet zelf solliciteren. Ze kunnen wel gevraagd worden nadat ze op basis van de vacature, de cv en een discreet gesprek met een commissie van fractievoorzitters geschikt lijken.
  • Na selectie volgt een publieke kennismaking/sollicitatie in de Tweede Kamer met alle Kamerleden. Journalisten vinden kort erna eventueel nog lijken in de kast die de commissie niet heeft kunnen vinden. Waarschuw hier tevoren publiekelijk voor. Deze bestuurders hebben niet per se een carrière in de schijnwerpers gehad maar zijn meer gewone burgers.
  • Benadruk dat dit gewone burgers zijn die dankzij de geheime verkiezingen niet hebben laten weten wat ze bij verkiezingen stemden. Ze komen immers niet uit politieke partijen, waarschijnlijk hebben ze ook niet altijd hetzelfde gestemd. Laat ze het vooral geheim houden wat ze stemden. Omdat ze niet van een bepaalde partij zijn, zijn ze minder kwetsbaar voor aanvallen van burgers op grond van wat hun partij oproept aan associaties en emoties.
  • Maak ook duidelijk dat het niet om ‘technocraten’ gaat die vanuit een spreadsheet het land besturen en het parlement op afstand of buiten spel willen zetten. Ze zijn politiek aansprakelijk en dienen de Tweede Kamer. Omdat ze makkelijk te vervangen zijn moeten ze hun beleid goed verdedigen en in kunnen schatten waar een meerderheid voor te vinden is. Tegelijk moeten ze zich ook binnen de ministerraad sterk maken voor hun domein.
  • Ook is het geen ‘zakenkabinet’, want dat roept associaties op met ofwel zakenmensen die het land als bedrijf gaan besturen ofwel zaakwaarnemers die tijdelijk op de zaak passen totdat een normale meerderheidsregering mogelijk is.

Dit alles samen zorgt voor een moderne en robuuste vorm van machtsverdeling die nog nergens ter wereld in deze vorm geperfectioneerd is, hoewel elementen wel elders te vinden zijn. Dit is een scharniermoment.

Nieuwe bestuurscultuur door bestuurders op een nieuwe manier werven

Als er een nieuwe coalitie is gevonden dan krijgen we ook opeens nieuwe ministers. De fractievoorzitters bellen dan wat loyale partijgetrouwen op. Gelukkig geen koele technocraten of wat zaakwaarnemers die op de tent passen in een ‘zakenkabinet’. Eigenlijk zijn het hele gewone mensen:

Een basisschoolleraar met een voltooide cursus schoolleider. Een, twee, drie, vier, vijf beleidsmedewerkers van een ministerie. Een legerofficier. Een bankmedewerker. Een projectmanager. Een consultant. Een medewerker dierenartsenpraktijk. Een gespreksleider en strategisch adviseur. Een organisatieadviseur. Een advocaat-hoogleraar-columnist. Een all-round beleidsmedewerker. Twee keer een onderzoeker/docent. Een ambtenaar. Een leraar maatschappijleer. Een consultant. Een advocaat. Een fractiemedewerker. Dit hele team staat onder leiding van een medewerker personeelszaken. Alleen de diplomate is een vreemde eend in dit gezelschap.

In ieder geval hebben ze allemaal uitstekende kwalificaties om volksvertegenwoordiger te zijn en bijna iedereen was ook eerst raadslid of Kamerlid. Een enkeling werkte alleen maar in het openbaar bestuur. Via een wethouderschap, de partij of via de Kamer word je voor partijloyaliteit beloond. Een dergelijke politieke carrière is dan ook bijna onvermijdelijk om als betrouwbaar over te komen bij de partijtop. Het nadeel van zo’n carrière is dat het kostbare tijd opslokt ten koste van technische kennis, de praktijk en het ontwikkelen van je leiderschap als bestuurder.

Vooral je politieke vaardigheid als coalitiepoliticus ontwikkel je: coalities sluiten en behouden door altijd de juiste woorden te kiezen, ambtelijke stukken begrijpen en vertalen naar politieke potentie en gevaar. Processen, de spelregels, onderzoeken, institutionele verhoudingen in het openbaar bestuur goed gebruiken voor een gewenste uitkomst. Kortom, alles wat niet met de inhoud te maken heeft. Jongleren met fruit in plaats van de schil eraf halen.

Combineer dit met het gegeven dat veel expertise bij ministeries is verdwenen omdat ambtenaren daar moeten rouleren van positie. Kennis kan je altijd ergens inhuren. De uitvoerders worden via een aanbesteding geselecteerd of het wordt bij een op afstand geplaatste uitvoeringsorganisatie over de schutting gegooid. 

Het gevolg is dat bewindslieden niet gehinderd worden door de eigen kennis van technologie en ervaring met de weerbarstige praktijk van de uitvoering. Hadden ze die kennis wel, dan zouden ze die eenvoudige burgers in de Tweede Kamer met parate kennis college kunnen geven over onhaalbare wensen. Ook al hebben ze het toevallig soms wel, dan moeten ze dat inslikken als de coalitie dat vraagt. Zo worden via coalitieafspraken allerlei politieke wereldbeelden de uitvoering ingepompt waarbij de problemen pas jaren later terugkomen. Maar dan zijn de bewindslieden alweer weg. Tenzij een bewindspersoon een decennium weet te overleven, maar dat is uitzonderlijk. 

De feedbackloop in coronatijd is nu zo kort dat slecht beleid wel gelijk zichtbaar wordt. De roep om een andere minister neemt nu toe. Maar als een volgende minister uit dezelfde klasse komt als nu, wat schieten we er dan mee op? 

Het gebrek aan dualisme schuilt hem er vooral dat regering en Kamer via partijlijnen ten eerste loyaal is aan politieke coalitieafspraken. Niet de kwaliteit van het beleid staat centraal, maar het conformeren aan politieke wensbeelden. 

Visieloze technocraten die gecontroleerd worden door de Tweede Kamer zijn ook geen oplossing, want de volksvertegenwoordiging moet wel sturing kunnen geven aan het beleid. Besturen zonder visie en zonder einddoel is stuurloos beheren en daar kom je mee weg in lagere lagen in het bestuur. 

Maar de politieke linkse minderheid houdt graag grip op de rechtse meerderheid via coalitiedwang in plaats van via een debat. De roep om meer ‘democratie’ hoor je dan ook vooral bij populisten die via een simpele meerderheid compromisloos beleid willen realiseren. De hooggestemde idealen aan de linkerkant realiseert men het liefst met eigen mensen in het kabinet. In een open debat op grond van argumenten overtuigen geeft kennelijk te weinig zekerheid over de uitkomst. Rechtse partijen in een coalitie geven dan ook makkelijk onderwijs, sociale zaken en dergelijke linkse hobby’s aan de wereldverbeteraars. Daar is toch geen eer aan te behalen. 

Toch is dit debat in de openheid noodzakelijk, voor het hele politieke landschap. Alleen dan kan de kwaliteit van het beleid verbeteren. Daarom is het noodzakelijk om ministers aan te stellen die geen partijbanden hebben. Wel mogen ze een regeerakkoord als opdracht meekrijgen, als een leidraad om beleid op te baseren. De verkiezingsprogramma’s van alle partijen bieden daarnaast ook al genoeg basis. Maar van onuitvoerbare wensen zullen ze beredeneerd afzien. 

Waar vinden we dan die niet-politieke bestuurders? Dat zijn al die bestuurders die zich wel graag laten hinderen door kennis en ervaring. Bestuurders die zich eerst goed laten adviseren en dan goed verdedigbare keuzes durven te maken, ongehinderd door partijloyaliteit. Wat maar werkt. Ze kunnen zich nu juist niet binnen een partij profileren omdat je dan concessies moet doen aan de werkelijkheid van technologie en uitvoering. Maar een Tweede Kamer als opdrachtgever zouden ze zeker niet weigeren, want op landelijk niveau kan je veel bereiken. 

Kent u uit eigen ervaring een kundige bestuurder? Stuur een discrete nominatie naar de voorzitter@tweedekamer.nl of doe het publiek onder #ministeriabel. Laat het bestuur uit het land komen en niet uit partijen!

De auteur is eindredacteur van Petities.nl en blogger op ‘Laat bestuurders besturen

Let parliament hire and fire

“Liberal democracies need political structures that are capable of governing”, argues Gisela Stuart from the Vote Leave campaign. Indeed, and therefore they should not come from political parties. Instead, they should be known for their talent to govern and elected by all members of parliament. Only then you have a structure capable of governing. Obviously, political parties are not structures designed to select those capable of governing. They are clubs of nepotism where either the power hungry or the most loyal are rewarded by its members with the privilege to execute the will of the party.


This is not democratic by far. A parliament is supposed to represent the diversity of the population and discuss rationally all possible courses for the country. The executive branche then follows up on this or first enriches the discussion. In the end, the ministers should be trusted by the parliament to govern according to their will, which is after all the representation of the will of the people. 

Instead of selecting ministers from its own ranks the population should be asked to nominate capable and talented candidates based on the job description for each post in the cabinet the parliament collectively agrees upon. Similar to what ordinary civilians are subject to throughout their career. Should the Secretary of State for Health and Social Care have a formal training as medical doctor (like the first Minister of Health) or someone with a track record managing complex bureaucracies? Certainly not someone from the pharmaceutical industry. 

Parliament has many details to work out for the perfect candidate for each post. Committees writing a collective document is nothing new and daily practice, a job description is a small task for them. Once they are published any citizen can send a confidential letter suggesting another citizen. The nominees that score the most points for each requirement are then visited for a surprise interview with a delegation of frontbenchers from parliament. Once asked, the talented candidate will recognise the call and will be able to answer questions on what to do in which situations with hesitation and with convincing precision.  

After all, the talented leader and manager surfaces in practise, following the management course is not enough. Certainly a good education is required, but only in practise after a number of years you can see who leads with integrity and support from the people they work with.

A political structure with these people will be stable and capable. Most importantly, it will be a government of the people (through the nominations) by the people (their representation in parliament). Individual Cabinet members can be fired by a majority of parliament. If parliament is undecided about how to steer the country the Cabinet is not restrained by some party accidentally in majority. Actually, members of parliament can disagree freely within their party without any consequence for a stable government. A majority vote on an issue can cut through parties but still give a clear direction for the Cabinet. Now that would be democratic. 

The Dunning-Kruger effect

While discussing the incompetence of Trump in the New York Times, David Brooks mentioned the Dunning-Kruger effect. Also Politico writes about it. Wikipedia explains:

The Dunning–Kruger effect is a cognitive bias wherein persons of low ability suffer from illusory superiority, by mistakenly assessing their ability as greater than their actual capability.

More importantly in this context, and an important reason why we should select our leaders with a normal competence based vetting proces like a job application rather than elections, is that those who are compentent tend to underestimate their competence.

In a test performed with psychology students:

students of high ability tended to underestimate their relative competence. Roughly, participants who found tasks to be easy erroneously presumed that the tasks also must be easy for others; in other words, they assumed others were as competent as, if not more competent than, themselves.

And now think of what you a political candidate needs to do during a election campaign. Certainly not underestimate their competence! Luckily, political parties tend to preselect competent candidates and many political campaigns seem to be more about discussing the issues at hand rather than the competence of the candidate.

Obama: ‘It’s not cool to not know what you’re talking about’

In a speech to class 2016 of Rutgers University Obama makes a case for professional politicians. He also does not distinguish between the executive and representative politicians, unfortunately. We can savely assume he meant the executive.

https://www.youtube.com/watch?v=BjLkMk-MppE

(…) it’s interesting that if we get sick, we actually want to make sure the doctors have gone to medical school, they know what they’re talking about.  (Applause.)  If we get on a plane, we say we really want a pilot to be able to pilot the plane.  (Laughter.)  And yet, in our public lives, we certainly think, “I don’t want somebody who’s done it before.”

Read the whole speech at whitehouse.gov.

The European Parliament and how we find the president and commissioners

As the head of the European Parliament Bureau in the Netherlands argued, national politics should see the European Parliament and how the government is formed as an example. Yes, but we still have a lot to wish for. Now that the elections in Europe are over and the European Parliament got the Commission president it wanted, there is one major objection. The parliament cannot send him away.

Next are the commisioners. Candidates come from the member states. Is this what the parliament wants? If not, then the parliament can block the entire European Commission. There will be a public hearing with the candidates the president selected from the candidates put forward by the member states. Parliament did not draw up a list with wishes for the positions. Few citizens can be candidate since member states make a pre selection. After the Commission is installed, we are stuck with them. Parliament can not send individual Commissioners away.

What should be improved?

  • Parliament should be able to replace the president if there is a majority in favour.
  • Each European citizen should be able to reply to the vacancy of Commisioner.
  • The vacancies for the Commissioner jobs should be written by the Parliament, not the member states.
  • Parliament should be able to replace individual Commissioners if there is a majority in favour.

Apart from obvious changes like the right for the parliament to take the initiative for legislation.

How to let eldermen apply?

Let’s suppose you are an elected council member and you want to realise this. How to proceed? There is no procedure laid out for you, but at least in the Netherlands there are no formal obstacles. You do have to take the initiative though!

  1. Write the job descriptions for the eldermen. This is good to do anyway, because anyone can then compare your dream candidate with what you will actually get. Also when a traditional coalition takes place with eldermen chosen in an untransparent way.
  2. Publish the job descriptions online and send out a press release about it. The news story should be what we wish for in the eldermen and what we eventually get. Again, even when the traditional path is taken, the news story can be about how it compares to the profile for the candidate.
  3. Ask the other parties to publish their own versions of the job descriptions. Also the parties involved in the coalition should have an answer to the question what their profile is. Opening up at this stage makes them more accountable. If they refuse to answer this when journalists ask about this will make them look secretive.
  4. Once the profiles are published, they have to be merged into profiles acceptable to all. A perfect compromise in which only those requirements survive the majority of parties are in favour of.
  5. Applicants to the vacancies should have their anonimity assured until the last moment. You could have them apply anonymously describing their job history in the most general terms. Attention seekers will claim publicly they have applied for the job, but make sure to not release any information about the applicants. Especially the good applicants might be damaged if their intention become public before they have an actual chance to get the job. The attention seekers meanwhile will fuel the discussion on which applicants are good, what the requirements are.
  6. The coaltion partners are meanwhile negotiating behind closed doors, but with the alternative discussed publicly, the pressure on the outcome of this process increases. It might even become part of the negotiation.  The weaker party has an alternative to being asked by the ‘winner’ of the elections. Together with the opposition they might form a coalition on this process. They loose the chance to propose their own eldermen in the coalition, but on the other hand others will not get their own either.
  7. Once a majority of the council prefers this model to a traditional coalition the applicants are asked if they would like to reveal their identity. Possibly first only behind closed doors to representatives for each party in the council, but ultimately in a public hearing.
  8. The public hearing should be as public as possible, preferably with live television or at least webcast. Questions for the applicants will be about which policy they think will find support from a majority, but also on their expert knowledge and how transparant they work. This is the moment to demonstrate their communication skills and openness in decision making.

 

 

Elections in Amsterdam in 2014

There is a good opportunity to test the proposal of this blog for real after the next elections in Amsterdam. The 45 seats in the Council go to some 10 different parties. The biggest party is always de PvdA (social-democrats) with something between 12 and 20 seats. The next three biggest parties usually have some 6 to 10 seats. The other parties have a few or just one seat. This makes the PvdA the inevitable coalition leader. See the graphic below from Wikipedia or the historical data on the composition of the Council since 1962. In other words, the results are already known before the election. The question to be answered by the elections is: who will the PvdA make a coalition with?

College Amsterdam

Now, what if there are no coalitions and a majority of the council agrees to draft job descriptions for the 6 to 8 eldermen? Then the electorate of the four big parties can spread their votes freely over all the 10 (or more) parties. This improves the representation of the city and the grip of the big, inevitable PvdA on the city politics will disappear.

The six, seven or eight eldermen on the other hand then have to please the majority of the 45 seat Council. They can not count on their coalition majority, but also have to listen carefully to the wishes of the smaller parties. At the same time, the eldermen will strive for consistency of their policy and will strive to stay within their budget. Not any wish can be granted, good and informative debates about the issues themselves are required.

In order to prevent a coalition to form I have joined one of those second-biggest parties: D66. I will plea to not form a coalition with PvdA and call for the rest of the Council to not support a coalition to be formed. The list of D66 candidates for the election D66 will be 30. I am placed at position 44. Members of the party can vote me up in an internal procedure until September 19. If I make it on the ballot then I need a few thousand individual votes in the elections to get in the Council. Only with the help of (national) mainstream live television talkshows this is feasible.

D66 stembiljet